Title: De complete werken van Joost van Vondel. Davids Lofzang van Jeruzalem
Author: Joost van den Vondel
Editor: H. J. Allard
Release date: March 8, 2018 [eBook #56706]
Language: Dutch
Credits: Produced by Frank van Drogen and the Online Distributed
Proofreading Team at http://www.pgdp.net
OPMERKINGEN VAN DE BEWERKER:
De boekomslag is gemaakt door de bewerker en is in het publieke domein geplaatst.
De originele spelling en interpunctie is gehandhaafd. Een lijst met correcties bevindt zich aan het einde van de tekst. Dit boek bevat een aantal referenties naar andere delen uit De complete werken van Joost van Vondel, namelijk Project Gutenberg e-book 21800, 30473, 48113, 48956 en 55929. Hoewel de correctheid van deze links is geverifieerd op het moment dat het boek geupload is, is er geen garantie dat deze altijd en overal werken.
[1] Voor die.
[2] Het onderscheid door Van Lennep tusschen dit smelt en 't vroegere smilt bij Vondel gezocht, is even denkbeeldig als dat tusschen tasch en Vondels tesch; verg. boven, bl. 42b, aant. 188.
[3] vet; van daar nog de naam van een bekend gebak: smeerbollen.
[4] Voor beleiden, bestier.
[5] Voor zalven.
[6] Voor hoofddeksels in 't algemeen.
[7] van alle zijden.
[8] Voor benedijt, zegent.
[9] Naar de spreektaal.
[10] monster, beeld.
[11] Voor bouwmeester.
[12] Voor toe-deelde.
[13] woning, zie vroeger.
[1] De bekende geestige dichter Gerbrand Adriaansz. (in Bredero), 23 Aug. 1618, ruim 33 jaar oud, overleden.—Om de reeks der voorafgaande gedichten niet te breken, bespaarden wij deze kleinigheid tot hier.
[2] woont, huist; verg. vroeger.
[3] Versta: En die.
[4] om niet; verg. vroeger.
[5] Fransch voor kluchten.
[6] Voor hielp.
[1] Doopsgezind predikant te Leeuwarden.
[2] Nam. de straks vermelde Schilderkunst.
[3] L. Jsz. was als talentvol schilder bekend.
[4] Thans dier.
[5] Gelijk reeds meer voor orakel.
[6] Versta: die.
[7] Thans ongelukkig verloren, voor Sint Jan in den zomer; verg. Shakspere's midsummernightsdream.
[1] Eerste naamval.
[2] vooroverhellend.
[3] Engelen.
[4] Thans dan.
[5] voor.
[6] erkend.
[1] Het in 1620 voltooide grafgesteente van den Zwijger.
[2] welvarende.
[3] De Spanjaarts.
[1] De bouwmeester o. a. der Noorder-, Zuider- en Wester-kerk te Amsterdam, die den 15en Mei 1621 overleed.
[2] De Keyzers geboortestad.
[1] Zinspeling op het getier der kerkelijke ijveraars (Ds. Jacob de Leeuw c. s.) tegen 't oprichten van 't beeld; waarover desbelust zie Passchier de Fijne, naar zijn leven en schriften (Den Bosch, 1853); bl. 119 en volgg.
[2] bestolpt, bedekt.
[3] neemt toe in glans.
[1] De bekende dichter en oudheidkenner P. Scriverius, die (naar 't schijnt) zich met het zoeken naar een welgelijkend portret van Erasmus had bezig gehouden.
[2] onverdichten.
[3] aan hem verplicht.
[4] kern, pit.
[5] vrede.
[6] met open armen.
[7] Rijmshalve voor bejagen.
[8] eigen koning, slaaf.
[1] Hier voor snijdend.
[2] wapen.
[3] korts, kortelings.
[4] in uwe wapenen.
[1] Naar de reeds herhaaldelijk gewraakte Hollandsche wanspraak voor bedorven.
[2] vormde, schiep.
[3] Germ. (umher) voor rond.
[5] naar.
[6] Voor dert, waagt het.
[7] leek nooit op.
[8] wijnrank.
[9] mij zelf, gelijk nog in de volkstaal.
[10] vergoedt.
[1] Thans belachte; verg. vroeger.
[2] Germ. voor zuiver, heelendal.
[3] hersenen.
[4] klatst, anders kletst; even als smilt, bij Vondel, voor smelt.
[1] Roemer Visscher's welbekende oudste dochter, en uitgeefster van haars vaders Sinnepoppen, wier tweede druk hier meê versierd werd.
[2] noodlot; zie vroeger.
[3] bedacht.
[4] blikken.
[5] zeer bijzonder.
[6] De bekende Atheensche maagd der Grieksche overlevering, die om haar borduurwerk door Pallas benijd en in een spin veranderd werd.
[7] Anders graveerstift.
[8] Twee der Muzen; zie desbelust mijn Aesthetica of Schoonheidskunde, blz. 70.
[9] opzoeken.
[10] kristallen roemers.
[11] vreemd.
[12] De Leidsche Hoogleeraar en dichter Daniël Heinsius.
[13] P. Scriverius; zie vroeger.
[14] herkaauwen.
[15] uit bewondering.
[16] geestverschijnsel.
[17] profetisch bezielde.
[1] De wijsgeer P. Ramus, wiens 27 boeken over de Meetkunst Snellius verklaard had. Zie het meêgedeelde bij Van Lennep II, bl. 138.
[2] De beroemde Grieksche wiskundige.
[3] klaarder.
[1] trots, roem.
[2] Voor martelaarse; thans met verfranschten uitgang martelares; verg. vroeger.
[3] denkwaardig.
[4] vleyen.
[5] Hoe.
[6] Aan wie.
[7] met geweld, gewelddadig.
[8] vertraging.
[10] Zoo lees ik voor het onzinnige weren, dat wel niet anders dan een drukfeil zijn zal.
[11] legt, thans ligt.
[12] hun.
[13] Voor zooveel als.
[14] De dichterlijke priester Stalpert van der Wiele, in wiens Vrouwelijck Cieraet van St. Agnes versmaet (Den Bosch, 1622) Vondels gedicht het licht zag, en over wien verg. Alb. Thijm in den Volksalmanak voor Ned. Kath. 1853 en 1854.—De R. Katholieke toon van 't gedicht bewijst niets meer voor Vondels overhelling tot dien 17 jaar later door hem aangenomen godsdienst, dan de versregels, waarmede wij hem (boven, bladz. 34a) zijn R. Katholieken zwager De Wolf zagen begroeten.
[15] met name, in de eerste plaats.
[16] Voor Nederduitsche, Nederlandsche.
[17] Voor schrijven.
[1] heller.
[2] onbeschaafd, zonder kennis.
[3] letterteekens.
[4] is het.
[5] het drijvend zwerk.
[6] rand, kim.
[7] Verouderd voor toonen; verg. vroeger.
[8] vlammendrager; verg. vroeger.
[9] verheldert.
[10] Versta: schoon is.
[11] der zon (verg. de tweede helft van 't coeplet).
[12] schittert.
[13] den gewonen mensch.
[14] doet herboren worden.
[15] redenen (der wet).
[16] Voor konfijtte.
[17] met onverdroten ijver.
[18] Thans hoogste eer.
[19] van de trotschen; verg. vroeger.
[1] 29 Sept. 1622, te Tonningen in Holstein, waar hij, als Remonstrantsch balling, kort te voren was aangekomen.
[2] Het door Calvijn voorgestane Godsbegrip, met den, als "gruwel" door Vondel gebrandmerkte leerstelling der eeuwige verkiezing en verwerping.
[3] nakomelingen.
[4] worde.
[5] Klankspeling op Vorstius' naam.
[6] Het bekende toevluchtsoord der Remonstrantsche ballingen, Frederikstad aan de Eider, waar V. (den 2den Oct.) begraven werd.
[1] Gomarus' bekende tegenstander. Wij lasschen, als van gelijke strekking en onderwerp, en eer vroeger dan later gedicht, dit en beide volgende bijschriften hier in.
[1] De bekende Remonstrantsche Godgeleerde en balling.
[2] Als 's prinsen hofprediker.
[1] Of Bisschop, de bekende Remonstrantsche geleerde.
[2] misvormt.
[3] De beruchte voorzitter der Dordtsche Synode.
[1] matigt — aan.
[2] verdwaalde, dolende.
[3] roekeloos.
[4] Zoo slaat Van Lennep te recht voor, in plaats van harder te lezen.
[5] hart.
[1] Prins Maurits.
[2] Wellicht het "Praalbeeld van den vader des Vaderlands," opgenomen in den bekenden Bloemkrans van verscheiden Gedichten (1659), blz. 36, vv.
[1] Zie over hem en zijne muzikale bespiegelingen, de Bijlagen op Hoofts Brieven, IV.
[2] Doet blaken.
[3] De welbekende Blinkert. Ban was te Haarlem wonachtig.
[4] Van 't kruis. Zinspeling op Haarlems deelneming in Graaf Willems kruistocht tegen Damiate.
[5] Germ. voor zal, doet.
[1] Omtrent 1540 te Deventer geboren, waar thans weder eene zangvereeniging, onder zijn naam, is opgericht.
[2] Hij was den 9den Oct. 1621 overleden.
[1] Voor De; verg. vroeger.
[2] Het scheepswant nam., door 't volgende koorde aangeduid.
[3] kleedij, tegen een storm (of bolge) bestand.
[4] Spits uitloopende hoeden, naar de dracht dier eeuw; het model zie o. a. in Berkhey's Nat. Hist. van Holland.
[5] Voor vergelegen.
[6] zout.
[7] in vroeger tijd.
[8] Nam. Reael, die, in 1611 door de O. I. Compagnie naar de Molukken gezonden, van 1616-1618 (na den dood van den Goeverneur-generaal Reynst) dezen in het bewind had vervangen.
[9] lieft, bezet houdt.
[10] Het bekende schip, waarop Jason zijn tocht om 't gulden Vlies deed.
[11] Jasons stuurman.
[12] Versta: uit het oog.
[13] Thans aanmatigen; verg. boven.
[14] De Muze der sterrekunde en hemelteekenen.
[15] soort.
[16] Thans, met zwakke verbuiging, eenen.
[17] Versta: die zeeman.
[18] Freêk, Freêrk, verkort voor Frederik, hier met klankspeling op vrek.
[19] vettig, besmoezeld.
[20] Voor Ouden, oude volken.
[21] versterkt.
[22] Dat der eerste reuzen, de hemelbestormende Titans.
[23] Van 't oude ti-en, later tot tijgen (gelijk vlien, tot vliegen en vlieden) uitgedijd.
[24] gaat er.
[25] scheurt.
[26] De Grieksche zeenimf, echtgenoot van Nereus.
[27] De vijftig Nereïden.
[28] stormgevaarten.
[31] De bekende driekleur der Prinsevlag (oranje, wit, en blaauw).
[32] pronken.
[33] De aan Juno gewijde paauw, die haar voertuig trok.
[34] Andromeda.
[35] galerij.
[36] Voor bedacht.
[37] Venus als beschermgodin van 't eiland Cyprus.
[38] galg voor de ankerketting.
[39] afweringsvlechtwerk.
[40] het drijvend vaartuig.
[41] scheepskanonnen.
[42] Noordpool.
[43] Thans kommies.
[44] schie- (of eig. schiet-) man.
[45] scheepsjongen; van onzekere afleiding; 't zij van puts (scheepsemmer), of 't Zweedsche putsare (ons poetser).
[46] Als 't op een strijden gaat.
[47] Met verplaatsten klemtoon; verg. vroeger.
[48] touw.
[49] ver- en gebruikt.
[50] Het Spaansche carraca, voor vaartuig.
[51] spuwt, doet spuiten.
[52] valt het.
[54] rotsklippen.
[55] nacht-braken, sloven.
[56] Klanknabootsend voor 't borrelen.
[57] verte.
[59] Hier voor de zon.
[60] Anders de Plejaden, het zevengesternte.
[61] Gelijk steeds, voor lokken.
[62] Verg. boven herhaaldelijk.
[63] branding.
[64] lot, noodlot.
[65] lijdt het, hangt het.
[66] De Janitsaren bende.
[67] bassa's, hoofden.
[68] Voor stuurman in 't algemeen.
[69] ontredderde.
[70] Noordsch (sker) voor afgebrokkelde rots-grond en klippen.
[71] Thans rots.
[72] Nam. uur.
[73] zeegodheid.
[74] Spaansch (pinaza) voor schip in 't alg.
[75] gunt het.
[76] omlegt (met doek).
[77] der Amazonen, bij den Trojaanschen oorlog.
[78] Agamemnon en Menelaus, als zoons van koning Atreus.
[79] klopt, slaat; zoo men niet eerder blikt moet lezen.
[80] In maansvorm.
[81] Voor Grieksch in 't alg.
[82] Dichterlijk vrij voor doet rusten.
[83] Naar de bekende Grieksche legende had zich Alcyone, bij 't vinden van haar in zee verdronken echtgenoot Ceyx, zelve in zee geworpen, en werden toen beiden door de Goden in ijsvogeltjens veranderd. Verg. later Vondels vertaling der Herscheppingen van Ovidius XI, 410, en vv.
[84] ofschoon.
[85] Thans hengselen.
[86] van den kompasnaald.
[87] streeft, zoekt.
[88] Voor de sterren.
[89] Sterrebeelden van dien naam.
[90] Grieksche sterre- en aardrijkskundigen.
[91] De Deensche sterrekundige Tycho Brahe.
[92] Thans niets.
[93] zeekaarten.
[94] sterregloben.
[95] beschilderd.
[96] Op Cyprus.
[97] Napels.
[98] Voor dagen.
[99] Voor 't vaartuig, daarvan gebouwd.
[100] Voor logen.
[101] verdient gelaakt te worden.
[102] oogst.
[103] naar het zeegroen zweemt.
[104] zwaait.
[105] zie er.
[106] Zaamgetrokken voor naderen.
[107] Het welbekende Muiderslot.
[109] Amsterdam.
[110] Anders klitten, vrouwelijk borstsieraad.
[111] Roemer Visscher's oudste en jongste dochter, Anna en Tesselschade.
[112] Diana; een bewijs, dat dit Lof vóór den volgenden Vechtzang ter eere van Tesselschade's verloving moet gedicht zijn.
WIJZE: DROEFHEID MAG IK WEL KLAGEN.
[1] Klankspeling op den naam van Tesselschade's verloofde, Allart Krombalg.
[2] Een der mindere Zeegoden, en hier dus voor de Zuiderzee, aan den mond der Vecht, optredend.
[3] De Vecht.
[4] Krombalg was zeeman, en op 't punt om ten oorlog uit te zeilen (zie vervolgens).
[5] Min gelukkige tegenstelling van beide kleuren, voor de daarmeê aangeduide ruimten, zee en land.
[6] op hooger plaats, in veiligheid stellen.
[7] voorzichtig.
[8] Voor zorgvol, bezorgd.
[9] Bovengemelden, van om haar te denken.
[10] Uw dood niet wensch.
[1] Voor Bruilofts- of Huwlijksfakkels.
[2] November 1623.
[3] heeft te veel keurs, weet niet wat te kiezen.
[4] Iets.
[5] kransen; zie vroeger.
[6] Thans verouderd voor gemalin. Juno (Jupiters zuster en gade) was van ouds de huwelijksgodin.
[7] Na den dood van Floris V. Vondel springt hier vervolgens met "der keerlen God" vrij aristocratisch om. Daar hij echter van Juno, in haar aangegeven waardigheid, spreekt, kan hij wel niet anders dan den vermeenden hoon van Velzen bitter hekelen.
[8] Zie de vorige aant.
[9] Of liever Roomsch-konings (gelijk Van L. te recht opmerkt), haar in 1489 door Maximiliaan voor bewezen dienst geschonken.
[10] Thans alleen in zamenstelling (dikwerf, dikwijls, dikmaal, enz.) gebruikelijk, maar van gelijke beteekenis.
[11] Van twee.
[13] De muze van 't Heldendicht, hier waarschijnlijk om de door Tess. ondernomen vertaling van Tasso vermeld; verg. lager.
[14] Juno.
[15] Naar Van Lenneps opmerking, denkelijk om hare woning bij den Schreyerstoren, half boven 't water.
[16] Thans doet versagen.
[17] trots, roem; verg. vroeger.
[19] Trojaan.
[20] Van Jupiter, Hercules; Juno was, als men weet, weinig malsch op dat punt.
[21] Hercules' moeder.
[22] Min juist voor overleg, daar, bij dergelijke overdrachtig gebezigde woorden, het voorzetsel onafscheidbaar is; minder door een "gril" van 't taalgebruik (gelijk V. L. wil), dan wel als de natuurlijke werking van den niet meer levenden, maar, door die overdracht, als verstijfden woord vorm.
[23] in te nemen, af te leiden.
[24] onbescheiden.
[25] bezorgt, doet.
[26] Tesselschade; zie boven.
[27] Voor verheven; zie vroeger.
[28] Tasso's hoofdheld, Godfried van Bouillon.
[29] tegen.
[30] spoort, aanzet.
[32] deel, bestemming.
[33] Apollo.
[34] zich moeite geeft, tracht.
[35] Thans dadelijk.
[36] gekruld.
[37] hem (als hun vader) verklappen.
[38] Zoo lees ik voor de, dat mij (met de verharding der h) eene latere wijziging schijnt, maar den zin onverstaanbaar maakt.
[39] De nymfen Calisto en Iö.
[40] Europa.
[41] stukjens; verg. vroeger.
[42] zetels, plaats.
[43] Bacchus.
[44] bezetten.
[45] Voor durft (of liever dert) en is.
[46] bayert, chaos.
[47] Diana en Vesta.
[48] Rijmshalve voor dooven, versmoren.
[49] Versta: en nu.
[50] Versta: nu die.
[51] voor.
[52] Nu die.
[53] Voor 't meerv. durven, maar waarschijnlijk met het oog op de Oppermajesteit van zes regels vroeger.
[54] wellust nu behaagt en offert.
[55] Wellicht zal men ons moeten lezen, daar 't volgende verplicht anders geheel in de lucht hangt.
[56] offerplaatsen.
[57] twist (anders veete); van 't verloren veën of viën, vanwaar ook vijand.
[58] mijmering; zie vroeger.
[59] Apollo (als, naar de overlevering, op Delos geboren).
[60] Vader Roemer Visscher's welbekende spreuk.
[62] het maagdelijke bed.
[63] zong.
[64] doodsbange of bleeke.
[65] sprong ik (uit den slaap) op.
[66] Dat van Paschen, naar 't schijnt.
[67] toegediend.
[68] reuk.
[69] koorts (gelijk torts voor ons toorts).
[70] pas.
[71] afleiden, afweren.
[72] toespraak.
[73] bepaald; zie vroeger.
[74] Spreek uit met open i.
[75] Uit Alkmaar.
[76] Versta: dichters en zangers.
[1] Versta: doch dat.
[2] beweging.
[3] orakelt.
[1] Hoewel van onzekere dagteekening, laten wij, met Van Lennep, beide volgende rijmpjens, als van gelijke strekking, hier volgen.
[1] De uit Hooft en Huigens' Gedichten bekende Amsterdamsche Schoone.
[2] ontaard.
[3] Zie boven, bl. 153a, aant. 12.
[4] Versta: dat, wat.
[2] eenvoudig, rond.
[3] pleit.
[4] Fransche woorden, gelijk maar al te veel in de rechtstaal in zwang waren; tenzij men 't (met Van L.) als keuze ('t Hoogd. Wahl) opvatte.
[5] Zinspeling op de Babylonische spraakverwarring.
[6] krans.
[1] baat.
[2] Voor strijdende (verg. 't Hoogd. Handgemenge).
[1] De Zeegod; zie vroeger.
[2] Paris.
[3] Menelaus' door hem geroofde gade.
[4] De bekende berg in Klein-Azië.
[5] Trojaan; zie vroeger.
[6] Voor den Griekschen krijgsman.
[7] Venus, aan wie Paris, in 't bekende pleit, de appel der schoonheid toegewezen had.
[8] Als geen kloek krijgsman past.
[9] Versta: vliên voor.
[10] Anders overspelig.
[11] Voor levendig, krachtig.
[1] Angelo Politiano, hoogleeraar te Florence in 't laatst der 15de eeuw.
[2] Ovidius stierf als balling te Tonia, bij den Pontus Euxinus (of Zwarte Zee).
[3] Als minne-dichter, en met name in zijn Minne-kunst.
[4] Thans de Donau.
[5] De volksstam der Geten, aldaar.
[6] Geheel Rusland; verg. vroeger.
[7] dichtsloot (verg. nog onze luiken voor de vensters).
[8] verhinderde, weêrhield.
[9] De oorspronkelijke, later afgekorte vorm (even als of voor ofte, om voor omme, enz.).
[10] Onbeschaafde volksstammen.
[11] stugge.
[12] Voor be-ijzeld, berijpt.
[13] in verzen brengen.
[1] Ieder heeft zijn stokpaardjen.
[2] Met klankverzwakking, voor byzonder.
[3] Grieksche honden-naam voor brakken.
[4] Zeer gelukkig, als vergelijkende trap van verre-kijker.
[5] van top tot teen.
[6] zweeft omhoog.
[7] spookt (verg. 't Hoogd. Gespenst).
[8] De bedoelde monnik.
(OP 'T WOORD: DAAR IS ZOO IETS.)
[1] Latijn voor wetenschappelijke mannen, en het goed des geestes.
[1] In 't ijs, bij een poging om zijn vrouw te redden; 27 Jan. 1624.
[2] onbeschroomd te wagen.
[3] Zoo lees ik voor vrucht.
[4] verhemelde, werd aan de aarde onttogen.
[1] Roscius was predikant en geneesheer.
[2] plukte.
Opdracht.
[1] Later onder den titel Lijfgevecht tusschen Kuischheid en Minne in Vondels gedichten opgenomen. Zie den aldus gewijzigden text bij Van Lennep II, blz. 215 en volgg. De oorspronkelijke verscheen in 't boekje Minne-plicht, alsmede Verscheyden aerdighe en geestighe nieuwe Liedekens en Sonnetten. T' Amsterdam, bij J. Aertsz. Colom, 1625; in het bezit van mijn kunstlievenden vriend Schinkel.
[2] Zoo lees ik voor de, dat waarschijnlijk een drukfeil wezen zal; versta die, welke.
[3] Klankspeling, naar den smaak der eeuw.
[4] beter.
[5] afvloeit.
[6] Anders raboorden, lischdodden, of duikelaars (in Overijsel toetebolten); over welke verg. Oudemans Flora van Nederland III, blz. 127.
[7] Min gelukkig voor zang.
[8] open.
[9] De Egyptische godin.
[10] Jozef.
[11] De Romeinsche Lucretia.
[12] getuigenis geeft van.
[13] Venus; zie vroeger.
[14] Bij 't voorafgaande dy ware hier dijn beter.
[15] gemoed, boezem, borst.
[16] ter uitdaging.
[17] slotwaarts.
[18] Versta: van de veders der pijlen; zooveel als oorlogsspel, of (naar de latere lezing) wapenspel.
[19] rijkleed.
[20] slotwaarts.
WIJZE: Periosta.
[1] Scheibeek, de hofstede der Baaks, (waarvan de afteekening zie bij Van Lennep t. pl.) lag bij de Beverwijk.
[2] Boschgoden en satyrs.
[3] Diana, als godin der kuischheid en van den maagdelijken staat.
[4] Verbeter u; zie boven.
[5] windhonden.
[6] Verouderd voor het hol van onnoozle dieren.
[7] meesteres, Diana; zie boven.
[8] Thans hoeken, sedert winkel een geheel gewijzigde beteekenis verkreeg (verg. echter nog winkelhaak en 't Duitsche Winkel).
[9] Thans (door den weggeslonken verbuigings-uitgang) krijgerin, en min.
[10] jachtspriet, spies.
[11] Diana (zie vroeger), maar hier als de maan.
[12] Apollo, als de zon.
Op de WIJZE: Van Angenietje.
[1] zitplaats.
[2] zwaait; zie reeds vroeger.
[3] verschijning, droomgezicht.
[1] De bekende zeenimf, hier voor waternimf in 't alg.
[2] Voor pijpte, floot.
[3] Lat. voor en niet.
[4] zot stuk (klucht niet in zijn latere, maar zijn oorspronkelijke beteekenis, als deel, genomen).
[5] achteloos; verg. daarover De Jagers aant. in zijn Archief II, bl. 227.
[6] geluk, heil.
[7] zwierven, rondwaarden.
[1] te nabij.
[2] meisjens.
[3] groente, kruiden.
[4] Schaduw.
[5] Zoo lees ik voor zoete, dat niet anders dan een drukfeil of een latere wijziging is; zie 't aangeteekende hiervoor, bl. 168, aant. 4.
[6] Den Wijkschen geneesheer.
[1] De jongere zuster van Hoofts vrouw.
[1] Den 6den Juny 1624, op 33jarigen leeftijd, aan de tering overleden; verg. Hoofts Brieven I, bl. 244.
[2] kwam het meest nabij.
[1] Leeraar der Waterlandsche Mennonieten te Alkmaar; geb. te Antwerpen in Dec. 1553. Zie zijn Levensbericht en afbeelding in Schijns Gesch. der Mennonieten II, bl. 482 v.v. (Daar het portret reeds in 1619 door Mierevelt geschilderd werd, kan ook dit bijschrift, even als het volgende, reeds van een jaar of wat vroeger zijn).
[1] Hans de Ries' boezemvriend, leeraar der vereenigde Waterlanders te Amsterdam. Geb. te Amersfoort in 1535, overl. te Amsterdam in 1612. Zie aldaar, III, bl. 1 en vv. (Het portret werd in 1607 door Mierevelt geschilderd).
[2] doopt.
[3] Die van Augsburg, in 1555.
[4] Thans won.
[1] In 1623 Paus geworden.
[2] Thans behandelt.
[3] minzaam.
[4] vleit, vleyend bejegent.
[5] voetbank.
[6] gestarnte.
[7] Koning Numa Pompilius van Rome.
[8] verre.
[1] Onder den Latijnschen titel Otia, in zes boeken, in 1625 in 't licht gegeven. Verg. voorts Hoofts' schrijven aan Huygens, Brieven II, bl. 450.
[2] De Romeinsche keizer.
[3] Als geheimschrijver des Prinsen.
[4] Constantinopel.
[5] Zinspeling op Huygens' Latijnsche, Italiaansche, Spaansche, en Hollandsche verzen.
Correcties gemaakt door de bewerker
pagina | originele tekst | correctie |
149a | wederstreven. | wederstreven." |
149b | binden. | binden." |
151b, n14 | 35a | 34a |
152a | nit | uit |
156b, n53 | 146b | 154b |
160a | halfland-meerminnen | half land-meerminnen |
160b, n31 | 136 | 150 |
161b, n61 | 159a | 160a |
163a, n3: | verwijzing onduidelijk. Er is geen aant. 12 op pagina 153a. | |
164a | steken. | steken." |
169a | voetnootnummer mist | [1] |
169b | ontzien. | ontzien." |
169b | Latijn, | Latijn. |